La Paz, Huayna Potosi & Death Road

Hallo allemaal, het gaat eindelijk gebeuren.........ons reisblog zal deze week worden aangevuld, zodat het weer up to date is ;). Iedereen bedankt voor de leuke reacties op onze verhalen, we lezen ze met plezier.

La Paz, Huayna Potosi, en Death Road 09-10-2016 / 15-10-2016

We zijn benieuwd naar La Paz, we hadden van veel mensen gehoord dat het een verschrikkelijke stad is, met veel drukte en smog en dat het er gevaarlijk zou zijn. Wij vinden dit allemaal reuze meevallen en voelen ons er op het gemak. De eerste dag hebben we vooral lopend door de stad doorgebracht, het is zondag, en in veel grote steden in Zuid-Amerika zijn er dan een aantal straten gesloten voor verkeer, en wordt er een markt of een sportevenement georganiseerd. Wij lopen via de markt en verschillende dansoptredens richting het straatje waar de meeste tour agencies zitten. Wij willen graag Huayna Potosi (6088m) beklimmen en de Death Road afdalen per mountainbike. Omdat het zondag is zijn de meeste kantoren dicht, wij besluiten morgen terug te komen. Aan het eind van de middag gaan we naar de Cholita’s, dit zijn vrouwen in klederdracht die aan worstelen doen. Je kan het een beetje vergelijken met het Amerikaanse show wrestling, maar dan met kostuums en een heleboel nepvechten ;). Lekker toeristisch, VIP plaatsen, met een drankje en popcorn. Te slecht eigenlijk, maar daardoor erg grappig om een keer mee te maken. Na de show zijn we met een collectivo weer richting het hostel gegaan. Collectivos zijn super oude, klapperende minibusjes met een bordje op de voorruit die de bestemming aangeeft, is het voor jou de juiste bestemming, dan steek je je hand op, het busje stopt, en je springt erin. Lekker goedkoop ook, 2 bolivianos, dat is €0,25. Dit is echt de beste manier om je te verplaatsen in de stad.
De volgende morgen hebben we een stadstour gemaakt, en zo veel belangrijke plekken van de stad gezien, onderweg begon het enorm te regenen, maar er werden via het bedrijf paraplu’s geregeld, erg vriendelijk. Na de tour zijn we terug gegaan naar het straatje met de agencies voor het boeken van de beide tours. Uiteindelijk uitgekomen bij een bedrijf dat toevallig gerund wordt door een Nederlandse, zij gaf ons allerlei tips voor de komende tours, en regelde haar beste gids. Daarna hebben wij de laatste voorbereidingen getroffen voor de Huayna Potosi tour, handschoenen en een muts gekocht, en veel mueslirepen, chocolade, coca snoepjes, bananen e.d. voor onderweg, de tas ingepakt en op tijd naar bed.

Huayna Potosi (6088 m)

Om 09.00 uur verzamelen we bij de agency, waar we kennis maken met onze privé gids Felix. Na het passen van de kleding - Plastic klimschoenen, skibroek, jas, dikke handschoenen en een veiligheidsharnas, klimijzers en een ijsbijl – zijn we klaar om te vertrekken. Na 1,5 uur komen we bij het eerste refugio (4700m) aan, een basis accommodatie, met wat stapelbedden en het toilet is buiten - dit kan je trouwens niet doortrekken, maar doorspoelen kan d.m.v. een volle emmer water leeg te gooien in de pot. De wateremmer vul je door deze onder te dompelen in een regenton met water, dit betekend dus als je ’s nachts met een sneeuwstorm moet plassen, je eerst het ijs moet breken voordat je de emmer kan vullen en “doortrekken”. Na de lunch is het tijd om het ijsklimmen te oefenen. We lopen richting de gletsjer, doen alle spullen aan en na de instructies van Felix beginnen we met klimmen. In het begin was het nog een beetje wennen voor Yvonne, maar snel daarna was het echt gaaf om te doen, vooral het klimmen tegen de ijswand op. Terug in de refugio raken we aan de praat met Stuart, een Engelsman die in Nieuw-Zeeland woont, zijn gids moest helpen bij een andere groep, dus Stuart gaat met ons mee. Na het avondeten kruipen we met alle kleding aan in onze slaapzak, want wat is het koud hier! Buiten vriest het flink en binnen is het niet warmer dan 5 graden.

Na een steenkoude nacht hebben we alle spullen bij elkaar gezocht en begonnen aan de wandeling richting het tweede refugio, op 5130 meter hoogte. Het was een klim van 2,5 uur met alle bepakking op de rug, het was echt zwaar en we waren blij toen we boven aankwamen, de hoogte is goed te merken, zeker bij inspanning, maar ook gewoon met ademhalen. In het refugio de bedden opgemaakt en toen was het alweer tijd voor de lunch. Na de lunch hadden we tijd om te relaxen, maar het was beter om niet te slapen in de middag, omdat we al vroeg naar bed moesten gaan die avond om fris te zijn voor dezelfde nacht, want dan begon te klim naar de top. Dit is helaas niet gelukt, want we waren te kapot ;). Om 17.00 alweer aan het diner, maar we kregen beide weinig naar binnen vanwege de hoogte, dus het bleef bij een kopje soep. Om 18.00 al naar bed, want de wekker gaat om 00.00 uur.
Midden in de nacht opgestaan, alle uitrusting aangedaan, geprobeerd te ontbijten – wat niet zo best lukte met deze hoogte – en daarna begonnen aan de beklimming naar de top in het pikdonker en alleen met het licht van onze hoofdlamp. Eerst een steile rotswand omhoog, met de dikke skischoenen een hele uitdaging. Na een half uurtje klimmen aangekomen bij het ijs, dus de klimijzers onder gebonden, ijs bijl in de hand, met een touw vastgebonden aan Felix en daarna begonnen aan de klim over de gletsjer. Onderweg goed opletten, want links en rechts van het pad waren diepe, brede scheuren in het ijs, 1 misstap en je verdwijnt in het ijs. Na 1,5 uur klimmen komen we aan bij een sneeuwvlakte, vanaf hier heb je een mooi uitzicht over de lichten van de stad La Paz in de verte, behalve de lichten zien we niet veel, want het is midden in de nacht natuurlijk ;). Na 20 minuten vals plat omhoog is het einde oefening voor Wouter, hij komt niet meer vooruit en moet bij iedere 4 passen pauzeren, door de hoogte heeft hij moeite met ademen en zijn longen branden. We besluiten terug te keren op 5600 meter hoogte, wel jammer want we hadden het graag gehaald tot de top (6088m), maar de gezondheid gaat voor. Achteraf wel blij dat we zijn teruggekeerd, want de afdaling was ook nog behoorlijk pittig. Om 05.00 uur komen we aan bij de refugio en duiken meteen het bed in. Megakoud, want het lichaam was erg vermoeid en werd niet meer zo goed warm. Na het ontbijt zijn we verder afgedaald naar beneden, richting het eerste refugio, waar een busje klaarstond en ons terugbracht naar La Paz. Terug in de stad hebben we onszelf getrakteerd op een lekker menu del dia, bestaand uit onbeperkt salade eten, een soepje vooraf, een hoofdgerecht en ook nog een dessert, en dat slechts voor 3 euro per persoon, dikke prima. ’s Middags, na een beetje rust houden in het hostel, hebben we nog een ritje met de teleferico gemaakt, dat is een netwerk van kabelbanen over de stad.

Death Road

Het volgende punt van onze bucketlist (of eigenlijk meer die van Wouter), downhill mountainbiken van de Death Road. Na een kort ontbijt in een lokaal tentje gaan we richting het beginpunt van de tour, bovenaan een berg op 4700 meter hoogte. Na de instructies en het aantrekken van de uitrusting (helm, been en armbescherming, handschoenen) is het tijd om te beginnen, het eerste gedeelte is makkelijk, over een brede asfaltweg, waar je rustig aan de fiets kan wennen. Na een korte snack stappen we weer in het busje en rijden naar het begin van de Death Road – een smalle onverharde gravelweg met diepe afgronden. Dit was vroeger de enige weg van La Paz naar Coroico (65km) voor al het verkeer, na de bouw van de nieuwe geasfalteerde weg is het een stuk rustiger, maar niet minder gevaarlijk. Na wat extra instructies over het rijden en vooral inhalen van andere weggebruikers is het tijd om echt te beginnen. Yvonne vond het in het begin helemaal niets, de weg was echt steil en bezaaid met veel dikke, losse stenen, ze dacht zelfs aan stoppen, zo erg vond ze het, maar is toch door gegaan. Wouter was natuurlijk de hele tijd voorop de groep, samen met de gids, het kon hem niet snel genoeg gaan! Halverwege was Yvonne er aan gewend en begon ze het zelfs leuk te vinden, totdat ze een lekker band kreeg en moest wisselen van fiets. Deze fiets had een minder goede vering, dus na een paar minuten kreeg ze last van haar armen. Wouter had ook last van zijn armen, of eigenlijk van zijn schouder. Want bij het laatste gedeelte miste hij een bocht, kon niet meer op tijd remmen, reed tegen een grote steen en vloog over de kop van zijn fiets af, natuurlijk precies op zijn rechterschouder die toch al niet helemaal gezond was. Het eerste (of eigenlijk het tweede, na het checken of alles nog heel was) wat in hem opkwam: Ik moet verder fietsen, want Yvonne mag dit niet zien. Maar nadat hij het probeerde werd hij duizelig en moest weer gaan zitten, wachtend op Yvonne, die had het water bij zich. Yvonne kreeg een dikke shock toen ze Wouter zag zitten, gelukkig bleek het allemaal mee te vallen, op een kapotte schoen na. Natuurlijk had Wouter veel pijn (ook van de heup en enkel) maar er was niets gebroken. Na de fietstocht die in totaal vier uur duurde kwamen we aan bij een restaurant voor de lunch en kon er gedoucht worden. Daarna zijn we weer richting La Paz gereden met de bus. Onderweg hebben we van de vele uitzichten op de groene bergen genoten. In La Paz hebben we het T-shirt en een dvd met foto’s gekregen (de foto’s volgen later, de laptop heeft geen dvd ingang ;)). Op weg naar het hostel hebben we nog wat te eten gehaald, dit viel totaal verkeerd, en we zijn beide ’s nachts ziek geworden.
De volgende morgen hebben we rustig aan gedaan in het hostel, geskypet met familie en de tas ingepakt. We wilden de stad nog in voor souvenirs, maar ineens werden we niet zo lekker en zijn weer terug gegaan naar het hostel. In de avond zijn we naar het busstation gegaan voor de nachtbus naar onze volgende bestemming: Sucre

Lieve groetjes van ons

Hallotjes alle zusammen, nach langem Warten ist es endlich so weit....... es geht weiter in unserem Reiseblog, diese Woche könnt ihr ein paar Geschichten erwarten ;). Wir wollen euch allen kurz Danke sagen für eure bisherigen Reaktionen auf all Geschichten und Fotos, wir freuen uns jedes Mal wenn wir sie lesen! 

La Paz, Huayna Potosi & Death Road (09. – 15. 10. 2016)

Wir sind gespannt auf La Paz; wir hatten nämlich von vielen Leuten gehört, dass es eine schreckliche Stadt ist, mit viel Hektik, Smog, Menschen, und dass es da gefährlich sein soll. Als wir allerdings dort ankommen, ist es halb so schlimm, eigentlich finden wir es hier ziemlich OK und fühlen uns direkt wohl. Am ersten Tag sind wir schön gemütlich durch die Stadt geschlendert, es ist Sonntag, und in vielen Südamerikanischen Großstädten sind dann manche Straßen gesperrt für den Verkehr und werden dort Märkte und Veranstaltungen für Familien organisiert. Wir laufen entlang so einem Markt mit verschiedenen Tanzauftritten von Kindern bis hin zu der Straße, in der die meisten Tour Büros ansässig sind – wir wollen nämlich den Berg Huayna Potosi (6088m) besteigen und die berühmte Death Road mit dem Mountainbike hinabsausen. Da es allerdings Sonntag ist, sind die meisten Büros geschlossen, wir beschließen, um morgen zurück zu kommen. Gegen Ende des Nachmittags besuchen wir noch die Cholitas – das sind Wrestling Frauen, die in typisch bolivianischer Kleidertracht gegeneinander „kämpfen“ – diese Frauen sind sehr berühmt hier in La Paz – dieses Spektakel wollten wir uns natürlich nicht entgehen lassen ;) Wir buchen eine touristische „VIP Tour“ und kommen an im „Wrestling-Stadion“, welches gerade noch im Aufbau ist. Es werden einfach ein paar Holzböden aneinander gebaut, ein paar Matten drauf und Seile darum gespannt, und fertig ist die Wrestling Bühne. Unser VIP Paket sieht folgendermaßen aus: Plastikstühle in der ersten Reihe (die anderen Leute sitzen auf Betontreppen rings rum), Tee und Popcorn. Die Vorstellung ist so schlecht, dass es schon wieder lustig ist, wir amüsieren uns prima ;). Nach der Show sind wir mit einem Collectivo zurück zum Hostel gefahren. Collectivos sind super alte, kleine, klappernde Minibusse (Wouter hat Mühe, rein und raus zu kommen), die in Deutschland und Holland sicherlich nicht mehr durch den TÜV kommen würden. In der Windschutzscheibe gibt es Schilder, die die Richtung des Collectivos angeben. Steht dein Ziel in der Windschutzscheibe, dann streckst du die Hand aus, der Bus hält mitten auf der Straße an, du springst rein und los geht die Fahrt. Super günstig, nur 2 Bolivianos pro Person, umgerechnet so €0,25. Dies ist echt die beste Art, um sich in der Stadt fortzubewegen.
Am nächsten Morgen haben wir eine Stadtführung gemacht und danach sind wir zurück zur Straße mit den Tour Büros gelaufen, um die Touren für die nächsten Tage zu buchen. Nachdem wir ein paar verglichen hatten, buchen wir die Berg- und Death Road Tour letztendlich bei einer Büro, welches zufällig von einer Holländerin geführt wird. Sie gibt uns viele gute Tipps und organisiert ihren besten Bergführer für uns. Anschließend haben wir die letzten Vorbereitungen für die kommenden 3 Tage Huayna Potosi getroffen – Handschuhe und Mütze gekauft, viel Müsliriegel, Schokolade, Koka-Bonbons (helfen gegen Höhenkrankheit), Bananen, etc. – und sind schnell zurück zum Hostel, Tasche packen für 3 Tage Bergtour und ab ins Bett.

Huayna Potosi (6088m)

Um 9 Uhr kommen wir bei der Tour Agency an, wo wir Bekanntschaft machen mit Felix, der für die nächsten 3 Tage unser persönlicher Bergführer ist. Nachdem wir unsere Ausrüstung anprobiert haben – dicke Plastikskischuhe, Skihose und -jacke, extra dicke Handschuhe, Klettergurt, Steigeisen und Eispickel – sind wir startklar. Nach 1,5 Stunden Fahrt kommen wir in unserem ersten Refugio (4700m) an, einer Art Basic-Berghütte, ohne Heizung, mit ein paar Stapelbetten und Plastiktisch und -stühlen, die Toilette ist draußen. Ach übrigens, bei der Toilette kann man nicht richtig abziehen; nachdem man sein Geschäft erledigt hat, nimmt man einen vollen Eimer Wasser und spült das Gemachte damit so gut es geht weg. Und den Wassereimer füllt man mit Hilfe der Regentonne, die draußen vor der Toilettentür steht, d.h. wenn man nachts im Schneesturm zur Toilette muss (so wie Yvonne), muss man erst die Eisschicht in der Regentonne durchbrechen, bevor man den Eimer füllen und die Toilette „durchspülen“ kann – herrlich ist das können wir euch sagen :)! Nach dem Mittagessen (Brötchen mit Wurst und Käse) ist es Zeit, um das Eisklettern zu üben. Hierzu laufen oder besser gesagt klettern und straucheln wir mit unseren Plastikskischuhen über dicke Felsbrocken eine halbe Stunde zu einem Gletscher – dicke Handschuhe und Klettergurt an, Steigeisen untergeschnallt und Eispickel in die Hand – nach ein paar Anweisungen von Felix kann das Eis-Klettern beginnen. Am Anfang hatte Yvonne erst noch ein bisschen Schiss, aber nachdem man erstmal den Bogen raushatte, fanden wir es beide super cool; der letzte Teil – an einer steilen Eiswand hochklettern – hat uns am besten gefallen! Zurück im Refugio freunden wir uns mit Stuart an, ein Engländer, der die gleiche Tour macht wie wir; da sein Bergführer bei einer anderen Gruppe aushelfen muss, läuft Stuart am nächsten Tag mit Felix und uns beiden mit. Nach dem Abend essen (Hühnersuppe und Pasta Bolognese, gekocht durch Felix) kriechen wir mit allen Klamotten, die wir mit haben, inklusive Mütze und Handschuhe in unsere Schlafsäcke – es ist nämlich unheimlich kalt! Draußen wütet ein Schneesturm und drinnen ist es nicht wärmer als 5 Grad.

Nach einer eiskalten Nacht haben wir alle Klamotten und Ausrüstung wieder eingepackt und sind nach dem Frühstück zur Wanderung zum zweiten Refugios auf 5130m Höhe aufgebrochen. Der Aufstieg dauerte 2,5 Stunden und war unheimlich anstrengend, zum einen durch das schwere Gepäck auf dem Rücken aber vor allem auch durch die Höhe, die uns mittlerweile doch zu schaffen macht, das Atmen (insbesondere bei der körperlichen Anstrengung) fällt uns schwer. Wir waren also super froh als wir endlich im zweiten Refugio ankamen und konnten direkt von der herrlichen Aussicht auf umliegende Berge bei sonnigem Wetter genießen. Anschließend haben wir unsere Siebensachen auf den Betten verteilt und gab es schon wieder Mittagessen. Nach dem Mittagessen hatten wir Zeit zum Relaxen, Felix hatte uns allerdings geraten nicht zu schlafen, weil wir am Abend schon früh (rund 18 Uhr) ins Bett gehen mussten um nachts frisch zu sein, dann begann der Aufstieg zur Bergspitze. Allerdings hat das nicht geklappt; sobald wir uns nach dem Mittagessen hingelegt hatten, sind die Äuglein zugefallen, wir waren viel zu kaputt ;). Um 17 Uhr hat uns Felix zum Abend essen wach gemacht. Durch die Höhe hatten wir allerdings nicht so großen Hunger, also haben wir nur eine Suppe gegessen.  Um 18 Uhr ging es wieder ins Bett, der Wecker klingelt um 0.00 Uhr.
Mitten in der Nacht aufgestanden, die komplette Ausrüstung angezogen, probiert zu frühstücken – außer einer Banane und einem Keks haben wir nichts runter bekommen – und danach begann die Bergbesteigung, im stockdunkeln, Licht gab es nur von unserer Kopflampe. Das erste Stück mussten wir eine steile Felswand hoch klettern, mit den dicken Skischuhen war das eine ziemliche Herausforderung. Nach gut einer halben Stunde klettern sind wir bei einer Eisfläche angekommen, also Steigeisen unterschnallen und Eispickel in die Hand. Nachdem wir unsere Klettergürtel mit einem Seil an Felix‘ Klettergürtel gesichert hatten, konnte der Aufstieg über den Gletscher beginnen. Felix immer voran, dann Yvonne und dann Wouter. Unterwegs mussten wir ganz schön aufpassen, wo wir hintraten: links und rechts von uns waren tiefe, breite Risse im Eis, ein falscher Schritt und man verschwindet für immer in einer Gletscherspalte. Nach 1,5 Stunden Klettern über den Gletscher kommen wir bei einer riesigen Schneedecke an – und haben eine magische Aussicht: über uns der klare schwarze Nachthimmel besät mit Millionen Sternen und in der Ferne können wir die Lichter von La Paz sehen. Nachdem wir 20 Minuten langsam über die dicke Schneedecke weiter aufgestiegen sind, ist Wouter am Ende seiner Kräfte angekommen – er kommt nicht mehr voran, bei jedem 4. Schritt müssen wir stoppen, durch die enorme Höhe hat Wouter Atmungsprobleme, seine Lungen schmerzen – wir entscheiden uns dafür, auf 5600m um zu kehren und wieder zum Refugio zurück zu gehen. Schade, weil wir gerne die Spitze (6088m) erreicht hätten, aber die Gesundheit geht nun mal vor. Im Nachhinein sind wir doch beide froh, dass wir umgedreht sind, der Abstieg ist nämlich nochmal mindestens genauso so anstrengend wie der Aufstieg. Um 5 Uhr morgens kommen wir endlich im Refugio an, wo wir direkt wieder in unsere Schlafsäcke krabbeln – mega kalt, wir waren total durchgefroren und wurden auch nicht mehr richtig warm. Nach dem Frühstück sind wir den Berg weiter hinuntergestiegen bis zum Refugio der ersten Nacht, wo das Taxi bereits auf uns wartete und uns zurück nach La Paz brachte. Zurück in der Stadt haben wir uns ein leckeres Menú del día gegönnt, bestehend aus Salatbuffet, Broccoli-Cremesüppchen, Hauptgericht und Dessert, und das alles für nur 3 Euro pro Person! Nach einem Mittagsschläfchen im Hostel sind wir noch mit der Teleférico gefahren, das ist ein Netzwerk von Seilbahnen über die ganze Stadt.

Death Road

Dies ist der nächste Punkt auf unserer Bucket list – naja oder eigentlich mehr auf Wouter’s Bucket list – Downhill Mountainbiken über die sogenannte Death Road, eine der gefährlichsten Straßen der Welt. Nach einem kurzen Frühstück fahren wir mit einem Minibus und unserer Gruppe (insgesamt 10 Leute) zum Startpunkt der Tour, oben auf einem Berg auf 4700m Höhe. Nach ein paar Anweisungen und dem Anziehen der Ausrüstung (Helm, Bein- und Armschutz, Handschuhe), kann es los gehen. Der erste Teil der Tour ist relativ einfach – wir fahren mit unseren Mountainbikes über einen breiten, asphaltierten Weg, so können wir uns gut an unser Fahrrad gewöhnen. Nach einem kurzen Mittagssnack geht’s wieder in den Minibus und werden wir zum eigentlichen Abenteuer des heutigen Tages gebracht – der Death Road, eine schmale, unbefestigte Straße mit dicken Steinen und tiefen, steilen Abhängen – Leitplanken gibt es hier so gut wie nicht. Die Death Road (ca. 65km lang) führt von La Paz nach Coroico und war früher der einzige Verbindungsweg zwischen diesen beiden Städten für den gesamten Verkehr. Nachdem ein neuer asphaltierter Weg zwischen La Paz und Coroico gebaut wurde, hat sich der Verkehr etwas gelegt auf der Death Road; das macht diese jedoch nicht weniger gefährlich. Nach weiteren Anweisungen wie man die Death Road am besten unbeschadet übersteht, kann es losgehen. Yvonne fand es am Anfang schrecklich, der Weg war ziemlich steil und es war doch etwas beängstigend, so wackelig mit dem Mountainbike über lose, dicke Steine entlang eines mega tiefen Abgrunds zu fahren. Wouter dahingegen hat von jeder Minute genossen, für ihn konnte es nicht schnell genug gehen, er ist die ganze Zeit zusammen mit dem Guide voran gefahren :). Nach einer Weile hatte Yvonne sich an den Weg und ihr Fahrrad gewöhnt und begann, Spaß an der Sache zu bekommen – bis ihr Fahrrad einen Platten bekam und sie dieses wechseln musste. Die Federung beim zweiten Fahrrad war leider so gut wie nicht vorhanden und schon schnell taten ihre Arme weh. Wouters Arme oder besser gesagt seine Schulter tat auch weh, das hatte aber einen anderen Ursprung: Beim letzten Teil der Tour hat er in einer Kurve zu spät gebremst, fuhr gegen einen großen Stein und flog kopfüber vom Fahrrad, natürlich direkt auf seine rechte Schulter, die sowieso noch nicht ganz von einem Sturz im April genesen war. Sein erster Gedanke (oder eigentlich der zweite, nach dem er gecheckt hat, ob alles noch heil war): Ich muss weiter fahren, Yvonne darf mich hier nicht liegen sehen! Als er allerdings versucht hat, wieder aufs Fahrrad zu steigen, wurde ihm schwindelig, und er musste doch auf Yvonne warten, die die Wasserflaschen bei sich hatte. Als sie um die Kurze kam und Wouter da neben seinem Fahrrad sitzen sah, bekam sie natürlich erstmal einen großen Schrecken! Glücklicherweise war doch alles nicht so schlimm, bis auf den kaputten Schuh ;). Wouter hatte natürlich ein paar Schmerzen in der Schulter, an der Hüfte und dem Fußgelenk, aber er hat sich Gott sei Dank nichts gebrochen. Am Ende der Fahrradtour, die insgesamt 4 Stunden dauerte, kamen wir in einem Restaurant an, wo wir vom Buffet genießen konnten. Danach sind wir wieder zurück nach La Paz gefahren und hatten unterwegs tolle Aussichten auf die vielen grünen Berge des bolivianischen Regenwalds. In La Paz haben wir von der Touragency noch ein T-Shirt und eine DVD mit Fotos bekommen (die folgen leider später, unser Laptop hat kein DVD Laufwerk ;)). Auf dem Weg zurück zum Hostel haben wir noch etwas zu essen geholt; dies ist uns leider nicht gut bekommen und nachts sind wir krank geworden.
Am nächsten Tag wollten wir erst noch in die Stadt, um Souvenirs zu kaufen, aber dadurch, dass es uns nicht so gut ging, haben wir im Hostel relaxt und mit der Familie geskyped.  Am Abend haben wir einen Nachtbus zum nächsten Ziel genommen: Sucre.

Liebe Grüsse von uns beiden!